top of page

Na afloop van het WK afstanden van dit weekeinde in Salt Lake City proefde ik bij enkele sporters, coaches en media teleurstelling over het aantal behaalde medailles. Nederland won er 14, het laagste aantal op het belangrijkste toernooi van het seizoen (WK of OS) sinds 2013. Dat is weliswaar iets minder dan wij de laatste jaren gewend zijn, maar in de grotere geschiedenis hebben onze schaatsers lange tijd überhaupt geen rol van betekenis gespeeld. Lees verder om te weten waarom en wanneer wij succesvol en dominant werden.

Nederland legde het fundament voor de mondiale ontwikkeling van het schaatsen

Ook vroeger was er in Nederland niet elke winter een winter lang natuurijs. Er waren landen waar men veel vaker het ijs op kon. Des te opmerkelijker is het dat juist Nederland in 1889 het eerste internationale schaatstoernooi organiseerde: het WK Allround, op een natuurijsbaan op het Museumplein in Amsterdam. Door dit initiatief werd in 1892 de ISU opgericht. Sinds 1893 organiseren zij het WK Allround voor mannen (dames reden pas hun eerste kampioenschap in 1936).

 

Dominerende landen in de natuurijstijd


In de periode die volgde werden de meeste WK's georganiseerd op plekken waar het in de winter altijd vroor. Denk aan steden als Stockholm, Hamar, Davos, Sint-Petersburg, Trondheim, Kristiana, Helsinki en Oslo. Nederland organiseerde in deze periode maar 2 van de in totaal 62 toernooien: in 1893 en in 1905 (Groningen). Dat is plm. 3% (vanwege de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden niet in alle jaren toernooien verreden). 


In deze oude tijden (tot 1961) won Nederland slechts 5 van de 152 vergeven medailles (ook 3%, waarvan 3 voor Jaap Eden). Winnaars kwamen steevast uit landen waar het in de winter altijd vroor: Russen, Zweden, Finnen, Amerikanen, maar vooral Noren.

Nederland koploper kunstijsbanen


Nederland was niet het eerste land met en kunstijsbaan. Gotebörg (1958, Zweden) en Squaw Valley (California, USA voor de Olympische Winterspelen van 1960) gingen ons voor. Maar wij volgde kort daarop met in 1961 de Jaap Eden ijsbaan in Amsterdam en in 1962 Deventer. Mede door de grote successen van het schaatsduo Ard Schenk & Kees(ie) Verkerk worden er in Nederland daarna snel kunstijsbanen bijgebouwd. Thans zijn er 19. 


Daardoor heeft Nederland als enige land naast Noorwegen meer dan 1 ijsbaan per miljoen inwoners. Samen met China heeft Nederland de meeste - voor topsport en talent ontwikkeling belangrijke - overdekte 400 meter ijsbanen.

 

Nederland domineert in de kunstijstijd

Door de opkomst van kunstijsbanen konden wij veel vaker een groot toernooi organiseren. Vanaf 1969 organiseerde wij 14 keer het WK Allround van de 50 verreden edities (bijna 30% ipv 3%). Het WK Afstanden organiseerde wij 3 van de 20 keer (15%), het WK Sprint 9/50 (18%).

 

Al eind jaren 60, begin jaren 70 pakken wij veel medailles, vooral door Ard&Keesie. In die tijd waren het nog veel medailles door weinig schaatsers. Maar naarmate het aantal kunstijsbanen in Nederland verder toeneemt, stijgt behalve ons succes ook het aantal succesvolle schaatsers. 


Van de 171 WK Allround medailles gingen er 76 naar Nederlandse schaatsers, dat is 45%. Van de 358 WK Afstanden medailles werden er 150 door Nederlandse heren gewonnen, 42%. Bij het WK Sprint won Nederland 18% van de medailles (27/150) bij de heren. Overduidelijk is hier sprake van een dominant Nederland (vergelijk, was 3% in de natuurijs tijd). 

 

Pioniers en initiatiefnemers verdienen credits


We kunnen dus wel stellen dat opkomst van kunstijsbanen in Nederland een cruciale rol heeft gespeeld bij het internationale succes van Nederlandse schaatsen.


Ijsbanen zijn het resultaat van mensen met een idee, energie en overtuigingskracht. Mensen uit de sport, de journalistiek, sportraden, politiek, Gemeenten enzomeer. Het zijn deze mensen – en de vele Gemeenten en Provincies die de rekening betaalde en betalen – die aan de basis hebben gestaan van Nederlands schaatssucces. Zij zagen in dat er in Nederland een breedtesport markt was voor kunstijsbanen. En die brede basis heeft geleid tot topsportief succes. 

 

Onafhankelijk van Koning Winter


Ineens waren wij in Nederland niet meer afhankelijk van Koning Winter en konden wij een half jaar niet ver van huis het ijs op. Het werd voor ouders makkelijker om hun kind op schaatsen te doen. Schaatsscholen ontstonden. Verenigingen werden actiever. Natuurijs clubs gingen kunstijstrainingen aanbieden. De KNSB kon gewestelijke programma’s gaan aanbieden en kader op gaan leiden. Vrijwilligers gingen zich steeds vaker inzetten, er ging een verenigingsleven ontstaan. Kortom, de schaatssport kon zich in al zijn facetten ontwikkelen

 

Waarom blijft curling en ijshockey achter 


Toch is vastgoed infrastructuur alleen niet genoeg om internationaal succesvol te zijn. Ook de sportieve infrastructuur (de organisatie van de sport) moet op orde zijn, maar misschien belangrijker is nog wel dat de sport ook in de genen van een land moet zitten. Nederland is van oudsher een land waar inwoners graag al voor het plezier gingen schaatsen als er natuurijs lag. Kunstijsbanen hebben deze latente behoefte verder aangewakkerd.

 

Waarschijnlijk daarom zijn de effecten van kunstijsbanen en bijbehorende schaatshallen voor andere ijssporten beperkt of uitgebleven. Het Nederlandse mannen ijshockey team heeft, afgemeten aan de positie op de IIHF Wereld ranglijst, niet geprofiteerd van de komst van kunstijs in Nederland. En curling kan, ondanks recente inspanningen en aandacht, ook nog maar op 4 locaties in Nederland worden geoefend (terwijl er toch echt 19 ijsbanen zijn). 

 

Conclusie


Door de komst van kunstijsbanen is Nederland een topsportief succesvol schaatsland geworden. Sportmarkerteers mogen niet vergeten dat infrastructuur van groot belang is. Sporten kunnen er baat bij hebben om projectontwikkelaars partner te maken in sportmarketing ambities.


Kortom, beton leidt tot goud, indien een sport bij het volk past en de kansen ten volle worden benut. 


Ivo Elfrink, 17 februari 2020. Benieuwd wat Ivo Elfrink (sport)marketing voor uw bedrijf of sport kan betekenen, bel of mail met +31(6)- 54312640 / ivo@grupposportivo.nl 

Nederland is niet altijd een succesvol schaatsland geweest.

Na afloop van het WK afstanden van dit weekeinde in Salt Lake City proefde ik bij enkele sporters, coaches en media teleurstelling over het aantal behaalde medailles. Nederland won er 14, het laagste aantal op het belangrijkste toernooi van het seizoen (WK of OS) sinds 2013. Dat is weliswaar iets minder dan wij de laatste jaren gewend zijn, maar in de grotere geschiedenis hebben onze schaatsers lange tijd überhaupt geen rol van betekenis gespeeld. Lees verder om te weten waarom en wanneer wij succesvol en dominant werden.

Analyse
bottom of page